BIPOLAR BOWS - KRUNCHUG

 

Geef toe, lezer: een duo bestaande uit cello en viool, dat kom je toch niet iedere dag tegen? Niet live op straat en niet op de radio, toch? Dat zou binnenkort wel eens kunnen veranderen, want deze debuutplaat van Bipolar Bows, zijnde violiste Lotte Remmen en cellist Toby Kuhn is niet alleen bijzonder, het is vooral bijzonder knap en bijzonder intrigerend. Maar niet bijzonder gemakkelijk bij de eerste beluistering(en), daar ga ik niet flauw over doen. Het verhaal van het duo begon een jaar of vier, vijf geleden: Lotte was toen veel onderweg met haar bluegrass bands Old Salt en Strograss en verzeilde daarmee op een festival in Slovenië, waar Toby moest inspringen omdat de vaste bassiste -ik weet niet precies of dat toen al de geweldige Lara Rosseel was-, maar in elk geval ontdekten Lotte en Toby hun gemeenschappelijke klassieke achtergrond en vonden ze elkaar in hun gedeelde drang om de grenzen van beider instrumenten te verkennen.

Een studieproject rond de “Passacaglia” van de Noor Johan Halvorsen -een afgeleide van een klavecimbelsuite van G.F. Haendel-, dat Halvorsen oorspronkelijk schreef voor viool en altviool, maar waarvan hij later ook een partituur schreef voor viool en cello, was de uiteindelijke aanleiding voor de twee om heel veel samen te gaan spelen, te oefenen en experimenteren en hun versie van vandaag staat behoorlijk centraal op deze acht nummers tellende debuutplaat. Daarop vind je muziekjes van eigen makelij, naast traditioneel werk uit Armenië, Zweden en Frankrijk. Er wordt geopend met een eigen compositie van Toby, dat de titel “Belgiisko Horo” of “Belgische dans” getiteld werd, maar zwaar beïnvloed werd door Bulgaarse folk, u weet wel, die muziek met de heel bijzondere ritmes.

In “The Lonely Horse Blues” hoor je dan weer hele happen Americana en Appalachen, al worden de traditionele grenzen daarvan met sprekend gemak genegeerd. Uit Armenië komt de traditionele deun, die hier “Slide Dance” getiteld is en dat de twee leerden van een bevriende mandolinespeler: een Westerse lezing van de melodie, zonder de kenmerkende microtonen is het gevolg en die lezing is ronduit prachtig. Dromerig en krachtig tegelijk. Daarna is het de beurt aan de al genoemde “Passacaglia”, een tien minuten durende “pièce de résistance”, een zodanig straf stuk, dat je rustig daarvoor alleen al deze plaat in huis zou mogen en kunnen in huis halen. Hier hoor je perfect hoe sterk de beide musici hun instrumenten beheersen en hoe veelzijdig ze er kunnen mee omgaan. Een beetje in dezelfde post-klassieke richting ligt de zelfgeschreven “One Minute Bourrée”, die in feite een samenraapsel is van deuntjes die door de twee aaneengeplakt werden, toen ze een nummer tekort hadden bij hun eerste concert. De “One Minute” uit de titel duurt in werkelijkheid dik vier minuten, maar verveelt, met als de rest van de plaat, geen seconde.

Het tweede “moment van herkenning” van de plaat, zit in de “Slängpolska”, een Zweedse traditional, die je wel eens vaker hoort gespeeld worden door jonge folkies, maar die hier de basis is voor heel fijne variaties, waarvan het duo zelf zegt dat ze niet altijd weten waarheen ze zullen leiden. Ik vind dat dat op de plaat bijzonder goed meevalt…althans, ik had nooit het gevoel de weg kwijt te zijn bij de beluisteringen. Nog een “aha”-moment is “La Varenne”, een musettewalsje, dat, toen ondergetekende nog een héél kleine (DH) was, thuis letterlijk grijsgedraaid werd. Toby mag de plaat, die hij opende, ook afsluiten: opnieuw Bulgaars geïnspireerd en opnieuw ronduit adembenemend.

Het duo had een paar release-concerten gepland, maar het vervloekte C-virus gooide roet in het eten, zodat ondergetekende op dat munt een beetje op z’n honger bleef zitten, tot puur toevallig de CD mijn richting uitkwam. U gelooft me of niet, maar wat erg zelden gebeurt, gebeurde hier toch: minstens twintig keer heb ik deze plaat nu al gedraaid en hoe vaker ik ze hoor, hoe liever ze mij wordt. Ik denk dat we hier te maken hebben met een absolute topper, waarvoor veel oren open zullen staan, als mensen maar de kans krijgen dit uit te proberen. Ik hoop, uit de grond van mijn hart, dat ons concertwezen binnen heel korte tijd weer normaliseert, want het zou zonde zijn als mensen dit duo niét live aan het werk zouden kunnen zien. Ik zie zo, bij een eerste oogopslag, minstens tien zalen, zaaltjes, kerkjes en andere podia waar dit uitstekend tot zijn recht zou komen. Formidabele, pakkende plaat. Ik heb gezegd.

(Dani Heyvaert)

Artiest info
Website  
 

bandcamp

video